Spraak
Niet alle kinderen zijn voldoende verstaanbaar voor hun omgeving wat voor de kinderen zelf en hun ouders soms erg frustrerend kan zijn. De spraak is de eerste levensjaren volop in ontwikkeling waarbij het kind steeds meer klanken en woorden goed uit gaat spreken. Vaak is een kind dan rond zijn vierde jaar voldoende verstaanbaar voor anderen. Maar soms loopt het anders en blijft de klankontwikkeling achter. Er bestaan verschillende articulatieproblemen.
Fonologische articulatiestoornis
Kinderen kunnen vrijwel alle klanken correct uitspreken maar in woorden, of op bepaalde plekken in woorden, laten ze de klank toch weg of vervangen ze voor een andere klank. Zo wordt: koe: toe, spin: pin en raam: haam. Dit kan ook op lettergreepniveau gebeuren: televisie à tevisie en beneden à memeden. Enkele vervangingen of weglatingen horen bij de normale ontwikkeling, maar als de verstaanbaarheid niet toeneemt is logopedie geïndiceerd.
Fonetische articulatiestoornis
Kinderen spreken klanken vervormd uit, doordat het motorisch nog niet goed lukt. Een voorbeeld hiervan is een niet rollende /r/ of het zogenoemde slissen. De klank is vaak wel herkennen als de bedoelde klank, maar het wordt afwijkend geproduceerd.
Te hoog spreektempo
Op het moment dat een kind een hoog spreektempo gebruikt, geeft het zichzelf geen tijd alle klanken en woorden uit te spreken. Woorden binnen zinnen lopen in elkaar over, waardoor de verstaanbaarheid verminderd.
Verbale dyspraxie
Dit is een stoornis in het besturen van de spraakspieren, waardoor klanken niet zo worden uitgesproken als bedoeld. Het is bij dit articulatieprobleem nodig de klanken in ritmes, opeenvolgingen en afwisselingen te oefenen waardoor de klanken geautomatiseerd worden.
Gehoorproblemen
Kinderen die in de eerste levensjaren regelmatig middenoorproblemen met gehoorverliezen hebben, kunnen problemen krijgen in de spraak- en taalontwikkeling. Een kind leert de spraak en taal immers door het luisteren naar zijn omgeving en door het imiteren van het voorbeeld dat zijn omgeving aanbiedt. Door het verminderde gehoor is het kind hiertoe onvoldoende in staat. In de spraak vallen dan vooral uitspraakproblemen op. In de taal kunnen woordenschat en zinsbouw zich minder goed ontwikkelen.
Wat doet de logopedist?
Al op zeer jonge leeftijd kunnen we kinderen en ouders helpen als het kind onvoldoende verstaanbaar is. Als je kind bij ons komt met uitspraakproblemen, observeren en onderzoeken we eerst om wat voor soort articulatieprobleem het gaat. De behandelaanpak is namelijk ook heel verschillend.
Spelenderwijs, met veel spelmateriaal, oefenen we klanken, woorden en die woorden in korte zinnen. Een vertraagd spreektempo is hierbij belangrijk om alle klanken en lettergrepen goed te laten horen.
Voordat het kind de klanken zelf goed kan zeggen, is het belangrijk dat hij het heel veel hoort. Wij noemen dat een auditief bombardement. We bieden woorden met die moeilijke klanken heel vaak aan. Zo wordt het kind goed bewust van de juiste klank. Deze methode heet Hodson&Paden.
Bij iets oudere kinderen leren we het kind meer over de kenmerken van klanken: of het lange of korte klanken zijn, klanken voor- of achterin de mond, een geluidje door neus of door de mond. Deze klankkenmerken kunnen de kinderen gaan herkennen en zo ook zelf leren toepassen in hun eigen spreken. Deze werkwijze heet de Metaphon therapie.
Ook kunnen we met onze handen het kind helpen de mond ‘klaar te zetten’ voor de klank. Op deze manier kan een kind voelen hoe een klank uitgesproken moet worden. Deze methode heet PROMPT.
Logopedie op maat
Onze logopedische aanpak sluit aan bij het karakter en de mogelijkheden van je kind. Iedere logopedist in onze praktijk heeft daarnaast haar eigen specialisaties en specifieke kennis en ervaring. Denk bijvoorbeeld aan preverbale logopedie, logopedie bij stotteren, schisis en hardnekkige uitspraakproblemen. Hierdoor bieden we ieder kind die logopedische hulp die hij nodig heeft.